donderdag 14 april 2016

Rebound Chick

Ik ben, als ik heel eerlijk ben, nooit langer dan een paar maanden single. Dat is maar goed ook, want ik bezit totaal geen talent voor deze burgerlijke staat. Eventuele signalen van potentiële partners gaan ver langs me heen en ze zelf uitzenden loopt vaak uit op gekke bekken trekken naar de andere partij (vastgelopen knipogen zijn geen uitzondering). 
Tijd voor rebounds is er doorgaans niet binnen dit tijdsbestek. Maar als het dan toch moet gebeuren, zou het zo mogen gaan:


Puur voor de lol en de (on)gein installeer ik Tinder op mijn telefoon. Een aantal berichten van grofweg een jaar geleden staan nog met een rode stip gemarkeerd als 'ongelezen'. Ik gooi ze weg, het is immers tijd voor een schone lei. Een half uurtje swipen naar het hartje maar vooral ook het kruisje resulteert enkele dagen later in een handvol matches. Een ervan is een vrolijk lachend Iers meisje met een voorliefde voor Engelse jeugdliteratuur en een gezonde dosis zelfspot. Ze woont sinds een half jaar in Nederland, vertelt ze. We raken aan de praat, berichten vliegen over en weer in de loop van enkele weken. Op een avond spreken we af. We treffen elkaar voor De Twee Spieghels in het hartje van Leiden, de rest van de avond improviseer ik wel bij elkaar. We lopen langs de oude meelfabriek, de duisternis van het Ankerpark kleurt bij haar gitzwarte haren. We drinken een paar biertjes bij De Bonte Koe en de nachtlucht snijdt door onze kleding als we weer naar buiten stappen. We lopen door de Haarlemmerstraat, ik nodig haar uit voor een kop thee bij mij thuis. Gezeten op de bank in mijn kamer praten we over van alles en eigenlijk ook over helemaal niets. Twee uur later zet ze in haar eigen keuken een mok met authentieke Ierse thee (lees: melk met een vleugje thee) voor mijn neus. De klok nadert half vier 's ochtends; ik moet er maar eens vandoor. Twee weken aan gespreksstof zijn in een enkele avond aan bod gekomen, ik heb niks meer te zeggen en zij duidelijk ook niet. Ik sta op de bovenste trede van de trap die naar de voordeur leidt, ondanks ons lengteverschil kunnen we elkaar recht in de ogen kijken. Dit is normaal gesproken het moment waarop beide partijen ietwat naar voren leunen, een ogenblik aarzelen en dan gaan voor de eerste kus. Hier niet. Ze kijkt me met een bijna vragende blik aan. Ik zeg gedag en loop de trap af, de nacht in. Een week later doen we precies hetzelfde, met dezelfde uitkomst: we hebben een leuke avond gehad en de wederzijdse fysieke aantrekkingskracht staat nog steeds op het nulpunt.
Aan het einde van die tweede avond (of beter gezegd: die ochtend) bedacht ik me dat een rebound niet zozeer een terugval is maar een behoefte om jezelf te bewijzen; in de eerste plaats voor jezelf. Dat je het nog hebt, dat je het nog kan, dat je nog in the game bent. Je zoekt erkenning, fysiek of emotioneel.

Twee dagen later stuur ik haar een bericht en vertel dat ik een fysieke connectie mis maar desondanks heb genoten van onze gesprekken. Ik vraag haar of ze vrienden zou willen zijn. Ze zegt ja. En met dat antwoord is zij de perfecte rebound: ik heb mijn zelfvertrouwen terug en mijn vriendenkring is weer iets groter geworden. En wie weet, misschien was deze rebound een opstapje naar dat ene perfecte meisje.

zaterdag 2 april 2016

Zomergevoel

Is er zoiets als hét zomergevoel? Het antwoord op die vraag zal voor iedereen verschillend zijn. Voor mij bestaat het waarschijnlijk wel, en er hoeft niet heel veel bij te komen kijken om het tot stand te brengen. Ik voel het als ik in de auto de zonsondergang najaag met Creedence Clearwater Revival uit de luidsprekers, of als ik in de tuin lig onder dezelfde warme zonnestralen met het gekraak van een lp op de achtergrond. Het liefst met een groep vrienden, een koel drankje op de tafel en een gitaar in mijn handen. Ik voel het als we naar het openluchtzwembad fietsen, of zonder angst van de steiger springen in een wedstrijd wie het verst komt bij de eerste duik.

Maar als ik erover nadenk ligt aan deze gevoelens, deze sensaties, geen speciale motivatie ten grondslag. Ik doe niet bewust anders in de zomer dan ik doe in de herfst of winter en het doel is nog steeds om zoveel mogelijke leuke ervaringen op te doen. In de tuin zitten met vrienden is in de zomer leuker vanwege het weer dat aangenamer is (al heb ik niks tegen vuurkorven), en in de auto de zon najagen is in de zomer gewoon praktischer omdat je de zon dan ook daadwerkelijk kunt zien. Het zijn de omstandigheden die ervoor zorgen dat ik altijd reikhalzend uitkijk naar de zomer, niet een bepaald gevoel vanuit mijzelf. En zo moet ik toch terugkomen op mijn uitspraak van hierboven. Hét zomergevoel bestaat niet, er is alleen hét gevoel. Het gevoel te leven, te zijn, noem het wat je wilt. In de zomer op het strand of in de winter in de snijdende wind, het maakt werkelijk geen verschil.