Het is zaterdagmiddag. We lopen, bepakt en bezakt, door stille straten waar verlaten partytenten staan te wachten op een mensenmassa om hen te
vullen. Ze staan vastgesnoerd aan grote blokken beton om ze op hun plek te
houden in de storm die gestaag nadert.
In onze tassen hebben we boeken, dvd's, een laptop en genoeg
eten om drie dagen te overleven. Als ware doomsday
preppers zijn we op weg naar een veilige zone in de stad, waar we vrij
zullen zijn van de wilde horden en de sonische vervuiling die zij teweeg zullen brengen.
In de komende dagen zal de Leidse Ar uit zijn hol kruipen en
een dappere, maar uiteindelijk vergeefse, poging doen om zijn stad op de
studenten en jonge intellectuelen te heroveren. De strijd zal kort en heftig
zijn, met als uiteindelijke uitkomst dat hij verslagen maar voldaan terug
zal keren naar zijn plaats van herkomst. Daar zal hij een jaar lang broeden op
een plan voor de poging van volgend jaar.
En in de nasleep van die paar dagen zullen wij de straat
opgaan en de verwoesting aanschouwen. We zullen zingen en dansen tussen de hopen
plastic bekers en borden, op de korsten in de aarde waar voorheen een stoep
liep. We zullen ons gelukkig wanen en onze liefde uitspreken in het flikkerende
licht van de gebroken lantaarnpalen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten