'Oh, wat een leuke meid! Je nieuwe vlam?'
Ik laat de telefoon zakken, het meisje op het scherm maakt plaats voor het home screen. ‘M’n nieuwe vlam!?’ schreeuwt een stemmetje in mijn hoofd met overslaande stem. Eerder een vreugdevuur dat ik in m’n achtertuin heb aangestoken als sensatie voor de hele buurt. De benaming 'vlam' komt niet eens in de buurt.
Ik laat de telefoon zakken, het meisje op het scherm maakt plaats voor het home screen. ‘M’n nieuwe vlam!?’ schreeuwt een stemmetje in mijn hoofd met overslaande stem. Eerder een vreugdevuur dat ik in m’n achtertuin heb aangestoken als sensatie voor de hele buurt. De benaming 'vlam' komt niet eens in de buurt.
'Ja, m’n nieuwe vlam,' antwoord ik.
Een hele tijd geleden ging ik eten bij een meisje waar ik al
langer mee praatte via Whatsapp. Op haar studentenkamertje in een net huis brachten
we de eerste helft van de avond door met het overhoop halen van Spotify om
elkaar te overtuigen van onze uitmuntende muzieksmaak. Nine Inch Nails speelt
een gelijk spel met Air en Tim Knol. Spotify-sparren is misschien niet de meest
romantische bezigheid, maar je moet ergens beginnen. Wat echter wel goed werkt
– mannen, opgelet – is een stropdas. Draag hem als je binnenkomt, maak een
goede indruk, doe hem af als het te warm wordt. Maar vooral: leer haar hoe je
een stropdas moet strikken. Bij voorkeur om jouw
hals. Of het je lukt om haar de fijne kneepjes van het vak bij te brengen is
eigenlijk van ondergeschikt belang; het gaat erom dat je samen lol hebt en
elkaar in de ogen kan kijken.
De risotto die we gepland hadden waren we bijna vergeten en
we begonnen er veel te laat aan. Na een weinig gewaardeerde opmerking over het
aantal calorieën in de immense hoeveelheid kaas die we bezig waren in het
brouwsel te verwerken zaten we aan tafel. Zo’n uitklapdingetje. Zij op een
bureaustoel, ik op een krukje. Haar laptop en de kleine speakers die ik mee had
genomen zaten als derde eter zonder bord te wachten op aandacht, naast de fles
witte wijn.
'Lekker?' vroeg ze.
'Uhuh, lekker.' Volle mond, eigenlijk onbeleefd.
Aandachtspuntje.
Ze glimlachte en nam een hap. De vork kletterde bijna uit
mijn handen.
De vraag 'wanneer sloeg de vonk over?' is er doorgaans niet
een die je heel precies kan beantwoorden. 3 juni, of: 'ergens in februari'. Een soort vage schattingen zijn het. Nou, ik
kan je de minuut aanwijzen dat het gebeurde. Op het moment dat ik in Leiden de
deur uitstapte, bij haar laatste glimlach, ging er 50,000 liter brandstof
de lucht in bij Shell Moerdijk. Over ‘een indruk achterlaten’ gesproken. En ergens voel ik me een beetje schuldig.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten